Toen het verblijf in Nederland eenmaal vast stond, begon de race om de taal te leren naast een fulltime allerhande eenvoudig werk en handarbeid zoals fleenspoelen en straatvegen. Op een gegeven moment begon een systematiek zich af te tekenen.
M.O. Frans
Dat was toen ik begon met de studie M.O. Frans in de avonduren, naast het werk. Niet om Frans te leren, maar voor het Nederlands. Daarna, en eveneens in vrije tijd, de studie Semitistiek (Talen en Culturen van het Nabije Oosten) begonnen aan de Rijksuniversiteit in Groningen. In 1972 begonnen, in 1975 het Kandidaatsexamen en in 1976 het Doctoraalexamen aan de UvA.
ZWO beurs
Hierna kwam Qumranoloog Prof. dr. A. S. van der Woude met het aanbod om bij hem middels een ZWO (Zuiver Wetenschappelijk Onderzoek) beurs te promoveren op ‘De Temperrol’ van Yigal Yadin. Aanvankelijk daarmee ingestemd.
ICI
Echter, in het blad Intermediair een advertentie gezien waarin een ‘Consulent Anderstaligen’ werd gezocht. De functie hield in het adviseren (op diverse niveaus) over het onderwijs aan niet- Nederlanders. Daarop gesolliciteerd en aangenomen.
Een lange weg was nog af te leggen alvorens, jaren later in Amsterdam op te gaan treden als Stand-Up-Comedian (in het Nederlands), als hobby.
Niet zozeer de taal, maar veel meer de omgangsregels en codes zijn moeilijk, zeker met zo’n afkomst en achtergrond als de mijne. Armoe kweekt straatvechtersmentaliteit. En opgroeien bovendien, in een platteland, traditioneel, Berber, Joods-Orthodoxe omgeving, heeft ook grote gevolgen, zeker als je niet als kind, maar als volwassene hier beland.
Beheersing van de taal, leren en doorgronden van de ‘verkeersregels’, kunnen de ingebakken gedragingen niet transformeren.
Neem zoiets als EER. Uit onderzoek van Yesilgöz, universiteit Utrecht is gebleken dat zo’n kernwaarde als eer (en daarmee eerwraak) zelfs voor de derde generatie Turken, net zo leeft als bij de eerste generatie. Het blijft knokken en soms dagelijks als het gaat om diepliggende normen, waarden en gedragsuitingen.
Promotieonderzoek
Hoe het ook zei, in 1982 werd het ICI opgericht. En naast het voltijds werk als directeur van dit instituut, in 1993 gepromoveerd tot doctor in de Psychologische-, Pedagogische- en Sociologische Wetenschappen (PPSW) aan de Rijksuniversiteit van Groningen (RUG).
Professor in twee landen
In 1998 volgde de benoeming als hoogleraar Interculturele Communicatie (ICC) in Nederland (aan de UvA). Het Curatorium (selectiecommissie) stond onder voorzitterschap van Job Cohen. En kort hierna volgde ook de benoeming in Israël bij Michleièt Ashkelon, academish gelieerd aan de Bar-Ilan Universiteit, eveneens als hoogleraar ICC.
In beide gevallen gevraagd. De Oratie (intreerede) aan de UvA “Een nieuw perspectief” (ISBN: 905629126), op 24 maart 2000 uitgesproken.
Uitgebreid verslag van de benoeming en de opdracht in Israël, is vanuit Ashkelon verslagen door Milco Aarts en Frank van Vliet in de Telegraaf van zaterdag 18 november 2000, onder de kop “Professor Pinto als vredesstichter”. Per 1 februari 2012 werd de universiteit van Twente (UT) aan dit lijstje bijgekomen, nu voor een specifiek project: ICC & D (Diversiteit) ter voorbereiding van een select groep studenten (25 personen) aldaar om het onderwerp uit te diepen en samen onderzoek te verrichten in China. Dit heeft geresulteerd in een goed rapport door de studenten geschreven.
Toegegeven. Aan de benoeming in Israël (waar de selectie veel zwaarder is) kleeft grotere trots dan aan die in Nederland en zeker aan de UvA, waar veelal voor zo’n benoeming eerder wordt gekeken naar het partijlidmaatschap dan naar wetenschappelijke kwaliteiten en prestaties.
Zoals het geval van maatschappelijk werkster, links activiste Gloria Wekker en Paul Scheffer en anderen. Scheffer heeft de vertaling van een boek van hem als ‘proefschrift’ gebruikt aan de universiteit van Tilburg. Maar twee hoogleraren twijfelden sterk, en terecht aan het wetenschappelijk gehalte van de ‘dissertatie’. Een van hen stapte zelfs uit de commissie. Zij twijfelden of het ‘proefschrift’ wel aan de wetenschappelijke regels voldeed: het ‘proefschrift’ is “van geen enkele kant wetenschappelijk” is het oordeel. De universiteit geeft dat ook toe: het boek is “niet orthodox wetenschappelijk, maar essayistisch”. Zeker niet persoonlijk bedoeld. Maar wetenschappelijke integriteit en aanzien heb ik zeer hoog staan.
Eén van de mooie taken en plichten van een professor is promovendi te begeleiden om te promoveren tot dr. Maar als je zelf niet (volwaardig) gepromoveerd bent??? Het is net als iemand leren zwemmen door iemand die nooit heeft gezwommen!
Gepaste trots
Deze van jongs af aan begeerde hoogleraarsbenoeming(en) wordt met gepaste trots gemeld. Over het professoraat schreef de Telegraaf op zaterdag 17 oktober 1998 het volgende:
“Er zijn nog maar heel weinig titels waar de status vanaf straalt. Eigenlijk kan alleen de professor zich in algemeen opzien verheugen….Wie, kortom, hoogleraar is, heeft zijn kundigheden bewezen. Daarom geldt de titel ook levenslang. Capaciteiten verliest men niet.”
Achtergrond, afkomst (analfabete ouders) en sociaal milieu, geven aan dit alles een extra dimensie.
Eigen theorie
Zeker ook het behoren tot de groep wetenschappers die een nieuwe theorie, de structurentheorie (en methode) ontwikkeld heeft op eigen vakgebied en ook een methode.
De methode (DSM) betreft hoe om te gaan met sociale-, religieuze-, culturele- en individuele verschillen, met behoud van ieders eigenheid. Zie www.intercultureelinstituut.nl
Zowel de theorie alsook de methode zijn intussen onderwerp van onderzoek. Onder meer het promotieonderzoek van huisarts-onderzoeker Hans Harmsen aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Natuurlijk hangen aan een dergelijk succes verschillende ‘prijskaartjes’! Jalousie de métier, haat en nijd, ook ‘onder professoren’. Zeker als buitengewoon hoogleraar, vanwege een eigen Instituut (het ICI) wilde ik ‘part-time’ hoogleraarschap, het enig verschil met ‘gewoon hoogleraar’, conform art. 9.57 van de wet op HO.
Bij wijze van korte samenvatting
(en om over te nemen door opdrachtgevers als ‘Aankondiging’ voor een lezing, preseentatie, workshop, training)
Prof. dr. David Pinto, expert inclusie, migratie & inburgering, is hoogleraar/directeur van het Intercultureel Instituut (ICI) in Amsterdam. Het ICI is sinds 1982 een expertisecentrum voor Inclusie. Naast 19 boeken en tal van artikelen en columns is David Pinto de bedenker van:
- Het concept ‘doodknuffelen’ van migranten in Nederland. Lees hier het artikel;
- het concept en de uitwerking van Inburgeringscursussen;
- de ‘structurentheorie’ aangaande verschillen (in perceptie en gedrag) tussen groepen, organisaties en individuen;
- de DrieStappenMethode (DSM) hoe (groepen, organisaties en individuen) effectief kunnen omgaan met verschillen met behoud van ieders eigenheid;
- naast de (binnen de motivatieleer) befaamde ‘Piramide van Maslow’ (voor ‘The West’ – 12%), bedenker van de ‘Piramide van Pinto’. (voor ‘The Rest’ – 88%).
De ervaringen van persoonlijke migraties (van Marokko naar Israël en van daar naar Nederland) vinden hun weerslag in Pinto’s werk.